Terug naar overzicht

Neem recht op eerlijk proces op in grondwet


Er is ongerustheid in de maatschappij over uitgevaardigde vonnissen en over de hoogte van straffen. De zorgen richten zich met name op zaken waarin het Nederlandse rechtssysteem heeft gefaald, zoals de zaak Lucia de B. waarin een verpleegkundige door justitiële dwaling onterecht veroordeeld werd tot een levenslange gevangenisstraf zonder dat het OM direct bewijs voorhanden had. Zeven jaar later werd de procedure herzien en werd Lucia de B. geheel vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De procesgang was onzuiver op een aantal punten. Zo was er bijvoorbeeld sprake van een aanwijsbare vooringenomenheid en van een niet negeerbaar verschil van wetenschappelijke inzichten. De keuze van de rechter voor bepaalde deskundigen zou meer op basis van persoonlijke bekendheid dan op basis van hun deskundigheid gedaan zijn. Lucia de B. heeft een oneerlijk proces ondergaan. Naar aanleiding van de bezorgdheid en de zaak Lucia de B. rijst de vraag hoe het in Nederland gesteld is met het recht op een eerlijk proces. Is dit recht wel voldoende gewaarborgd? Dit noodzaakt een kijk vanuit een breder perspectief naar het recht op een eerlijk proces in Nederland.

Het strafrecht van de Nederlandse staat heeft de intentie eenieder een eerlijk proces te geven. Noch in de Grondwet noch in het Wetboek van Strafrecht wordt dit recht echter expliciet genoemd. Het recht is wel te vinden in internationale verdragen; bijvoorbeeld in artikel 6 EVRM en in artikel 14 IVBPR. Artikel 6 EVRM biedt de meeste waarborgen voor de burger. Deze waarborgen zijn dat eenieder recht heeft op toegang tot de rechter, op een onafhankelijke en onpartijdige rechter, op een bij de wet ingesteld gerecht en op openbaarheid; essentiële waarborgen voor garantie van een eerlijke procedure.
Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat nooit is voorgesteld om dit recht op te nemen in de Grondwet. De Grondwet behoort echter een uitdrukking te zijn van de belangrijkste grondslagen en uitgangspunten van een democratische rechtsstaat, waartoe het recht op toegang tot de rechter en een eerlijk proces bij uitstek hoort.

Op sommige plaatsen in onze Grondwet zijn wel aanknopingspunten te vinden voor het recht op een eerlijk proces. Artikel 107 van de Grondwet geeft opdracht tot systematische en centrale codificatie. Dit artikel beoogt de rechtseenheid en de toegankelijkheid van het recht te waarborgen en eenieder te beschermen tegen willekeur door te grote verscheidenheid van recht. Dit garandeert dus onder meer een goed proces. Betekent dit ook een eerlijk proces? Een inhoudelijke verduidelijking op nationaal niveau ontbreekt.

Nederland is een democratische rechtsstaat. Dit concept van de rechtsstaat zou je kunnen definiëren aan de hand van in ieder geval drie essentiële elementen: regels voor de overheid, grondrechten voor de burgers en de mogelijkheid voor burgers om die grondrechten af te dwingen. Hantering van dit concept zou men, door toepassing van deze definitie van een democratische rechtsstaat op Nederland, aan het denken kunnen zetten. Zonder een grondwettelijke basis van een recht op een eerlijk proces is de afdwingbaarheid van onze grondrechten niet op een fundamentele wijze geregeld en lijkt aan het derde element niet voldaan. Is een rechtsstaat zonder een recht op een eerlijk proces wel een echte rechtsstaat?

Op internationaal en Europees niveau is dit recht, zoals reeds vermeld, wel gecodificeerd. Gesteld zou kunnen worden dat een grondwettelijke toevoeging daarom zou leiden tot een zinloze herhaling. Echter, een nationale voorziening zou een doorwerking met het internationale recht kunnen vergemakkelijken en zou zelfs verder kunnen reiken dan de huidige bescherming in internationale verdragsbepalingen. Bepaalde typen van geschillen zijn uitgesloten van de bescherming van artikel 6 EVRM, zoals geschillen over de uitzetting van vreemdelingen of belastingschulden. De grondwettelijke voorziening zou niet slechts het recht op een eerlijk proces moeten erkennen, maar  moet er dus voor zorgen dat ook deze uitzonderingen onder het recht van een eerlijk proces vallen en een vergemakkelijking van de eerder genoemde internationale doorwerking bewerkstelligen. Op deze wijze wordt een zinloze herhaling voorkomen en is de vraag of een persoon bepaalde rechten heeft dus niet afhankelijk van de vraag of artikel 6 EVRM van toepassing is.

De eventuele grondwettelijke bepaling zou dan ook inhoudelijk open van norm moeten zijn, zodat de norm onder verschillende omstandigheden nader ingevuld kan worden. Dit omdat de feiten en omstandigheden in ieder proces verschillen en de definitie van een eerlijk proces dus afhankelijk is van verschillende variabele factoren. Bovendien zal deze bepaling vooral tot uiting moeten komen in de regelingen en de toepassing van het strafprocesrecht. Een constitutionele uitdrukking van dit recht zou het proces van rechtsvorming door de rechter beter kunnen legitimeren en sterker kunnen onderbouwen, omdat de rechter kan verwijzen naar een uitdrukkelijke voorziening omtrent een eerlijk proces in onze nationale Grondwet.

Er is onlangs een motie ingediend door Minister Plasterk om het recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter in de Grondwet op te nemen. De motie werd met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen.

Erkenning van het recht op een eerlijk proces zou ten eerste leiden tot een symbolische meerwaarde voor de Nederlandse rechtsstaat. Op die manier laat Nederland zien waar het als land voor staat. De onrust en kritiek in de maatschappij zou op deze wijze serieus worden genomen door de overheid. Herhaling van fouten zoals in de eerder genoemde zaak Lucia de B. moet wordenvoorkomen door een Grondwettelijke garantie van het recht op een eerlijk proces. Opname van het recht op een eerlijk proces in de Grondwet maakt bovendien duidelijk dat eenieder in de Nederlandse staat te allen tijde, zonder voorafgaande toetsing van het EVRM, recht heeft op een eerlijk proces en zich hier direct op kan beroepen. Zo wordt de burgerlijke bescherming en rechtszekerheid vergroot en, indien nodig, de internationale doorwerking vergemakkelijkt.

Over de auteurs

Suzanne Lodder

Suzanne Lodder is student rechtsgeleerdheid aan Tilburg University.

Reacties

Recente blogs
De Actio popularis in ‘Verein KlimaSeniorinnen Schweiz’ – Klimaatjurisprudentie tussen Straatsburg en Den Haag
Promovendireeks 2023-2024
Promovendireeks #13: Is het Amerikaanse Hooggerechtshof stuk? Een onderzoek naar interne verbeteringen ten behoeve van een eerlijk proces en een eerlijke rechter
Klimaseniorinnen