Terug naar overzicht

Verkiezingsblog #3: Milieu en klimaat


*Dit blog is uitgegaan van het conceptprogramma van de VVD.

De basis voor het Nederlandse beleid inzake de bescherming van het milieu ligt in Artikel 21 van de Grondwet dat de overheid verplicht te zorgen voor de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu. Dankzij uitgebreide jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is die rechtstatelijke basis flink verbreed. Klassieke mensenrechten als het recht op leven (Artikel 2 EVRM), het recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven (Artikel 8 EVRM), en het recht op ongestoord genot van de eigendom (Artikel 1, Eerste Protocol EVRM) stellen stevige grenzen aan het beleid van overheden én bieden de burger zowel inhoudelijke als procedurele rechten als het gaat om besluitvorming met mogelijke nadelige gevolgen voor het milieu. De procedurele rechten zijn bovendien ook nog vastgelegd in het Verdrag van Aarhus inzake toegang tot informatie, inspraak in besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden. Dat deze rechtstatelijke uitgangspunten steeds meer doorwerken in de Nederlandse rechtsorde blijkt uit de bekende Urgenda-zaak waarin door de Hoge Raad, in navolging van Rechtbank en Gerechtshof, werd vastgesteld dat het Nederlandse klimaatbeleid te weinig ambitieus was, zou leiden tot een schending van de artikelen 2 en 8 van het EVRM en daarmee onrechtmatig was (HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2006).

In de verkiezingsprogramma’s is veel aandacht voor klimaatverandering. Het meest opvallend wat mij betreft is de kritiek in het concept-verkiezingsprogramma van de VVD op de Urgenda-zaak. De VVD vindt dat de rechter geen uitspraken mag doen over het algemeen belang omdat anders de rol van regering en parlement worden uitgehold. De partij pleit voor het stellen van grenzen aan gerechtelijke invloed op besluiten van de overheid en doet een hele serie voorstellen die erop gericht zijn om de werking van het EVRM te verminderen en de mogelijkheid voor maatschappelijke organisaties om naar de rechter te gaan. Deze voorstellen lijken me grotendeels juridisch onhaalbaar omdat ze indruisen tegen de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en ook tegen het Verdrag van Aarhus. Met deze voornemens zet de VVD de hele bestuursrechtelijke rechtsbescherming en de rechtsbescherming tegen de schending van mensenrechten op de helling. In de trias politica vormt de rechter een wezenlijke pilaar om het evenwicht tussen de machten te behouden. De rechters in de Urgenda zaak zijn in drie instanties zeer uitvoerig en goed gemotiveerd ingegaan op de stelling van de Staat dat dit een zaak is van het bestuur en niet van de rechter. Zij laten regering en parlement veel ruimte, maar die ruimte wordt wel begrensd door de mensenrechten. Daar waar beleidskeuzes kunnen leiden tot ernstige benadeling van individuele burgers moet de rechter rechtsbescherming bieden. In haar recente artikel ‘Should Judges Make Climate Change Law?’ laat Laura Burgers overtuigend zien dat de internationale trend van klimaatzaken waarin een beroep wordt gedaan op mensenrechten indicatief is voor een groeiende consensus dat het milieu een constitutionele zaak is en daarmee een voorwaarde voor de democratie. Toetsing door de rechter van klimaatbeleid aan mensenrechten verhoogt daarmee juist de democratische legitimatie van het beleid.

Een ander opvallend punt in de verkiezingsprogramma’s is de verschillende benadering van de milieu- en klimaatproblemen veroorzaakt door de landbouw. CDA, SGP, CU en VVD geloven dat vanuit de sector deze problemen zelf worden opgelost en leunen helemaal op vrijwilligheid en eigen initiatief (met ondersteunende instrumenten, zoals subsidies). In mijn ogen staat dit op gespannen voet met Artikel 21 Grondwet en de genoemde mensenrechten omdat deze juist de verantwoordelijkheid bij de overheid leggen. Het verleden heeft laten zien dat er weliswaar technologische vooruitgang wordt geboekt met betrekking tot het terugdringen van emissies uit met name de veehouderij, maar dat deze winst grotendeels teniet wordt gedaan door verdere schaalvergroting. Bovendien is de problematiek te omvangrijk om aan de markt te worden overgelaten. In een overzichtsartikel uit 2017 laten Campbell en anderen zien dat, wereldwijd, landbouw een grote bijdrage levert aan het benaderen of overschrijden van de meeste van de gekwantificeerde grenzen van de planeet (de zogenaamde ‘planetary boundaries’). Alleen al de veehouderij kampt met te hoge emissies fijnstof, stikstof, fosfaat, en methaan. Deze stoffen hebben niet alleen nadelige gevolgen voor het milieu en het klimaat, maar ook voor de volksgezondheid, zoals o.a. blijkt uit onderzoek van het RIVM. De COVID-19 crisis heeft ons bovendien nog eens met onze neus op het feit gedrukt dat zoönosen, ziekten die van dieren op mensen overspringen, steeds vaker voorkomen. In mijn ogen vergen de grond- en mensenrechten rond milieu en gezondheid dat beleid wordt ontwikkeld om deze toenemende dreiging te verminderen. Dit vereist dat de regie wordt teruggenomen door de overheid, bijvoorbeeld door een vermindering van het aantal in Nederland gehouden dieren, zoals voorgesteld in de verkiezingsprogramma’s van D66, GroenLinks, PvdD, SP, 50PLUS en PvdA (zij het bij deze laatste impliciet: geconcludeerd wordt dat er teveel landbouwdieren zijn in Nederland, maar de maatregel om het aantal dieren terug te brengen wordt niet expliciet genoemd).

Concluderend kan worden gesteld dat een gebrek aan politieke daadkracht om de grote problemen rond milieu en klimaat echt aan te pakken, zal blijven leiden tot rechterlijke interventies. Daarover klagen lijkt me niet zinvol, de rechter neemt nu eenmaal een belangrijke positie in in de rechtsstaat en zal dat blijven doen. Zinvoller is het om flinke stappen vooruit te zetten richting een duurzame samenleving. Mede dankzij de Urgenda-zaak is eindelijk de energietransitie stevig in gang gezet. Nu de landbouw- en voedsel transitie nog.

Over de auteurs

Jonathan Verschuuren

Jonathan Verschuuren is hoogleraar International and European Environmental Law aan Tilburg University.

Reacties

Andere blogs uit deze reeks
Verkiezingen 2021
Verkiezingsblog #13: Op naar de regio!
Verkiezingen 2021
Verkiezingsblog #12: In het kielzog van de staatscommissie: de parlementaire democratie
Verkiezingen 2021
Verkiezingsblog #11: Tweede kamer verkiezingen en de gaswinningsschade in Groningen
Verkiezingen 2021
Verkiezingsblog #10: Ondermijning
Verkiezingen 2021
Verkiezingsblog #9: Checks and balances
Verkiezingen 2021
Verkiezingsblog #8: Doorwerking mensenrechtenverdragen en verkiezingsprogramma’s
Verkiezingen 2021
Verkiezingsblog #7: Van bijzonder onderwijs tot gezichtsluiers. Religie in de verkiezingsprogramma’s
Verkiezingen 2021
Verkiezingsblog #6: Geroeptoeter om meer en strenger strafrecht
Verkiezingen 2021
Verkiezingsblog #5: Grip krijgen op microtargeting
Verkiezingen 2021
Verkiezingsblog #4: Wat zeggen de verkiezingsprogramma’s 2021 over algoritmische besluitvorming?
Verkiezingen 2021
Verkiezingsblog #2: Migratiestandpunten schuiven op naar uiterste politieke spectrum
Verkiezingen 2021
Verkiezingsblog #1 Welke weg naar het recht?