Terug naar overzicht

Stemvrijheid in coronatijd


De verkiezingsstrijd tussen Biden en Trump legt, naast de diepe verdeeldheid van het Amerikaanse volk, ook de zwaktes van het Amerikaanse kiesstelsel bloot. Het bekendste voorbeeld is de opgelaaide discussie over het stemmen per post, een methode waarvan de fraudebestendigheid door Trump in twijfel wordt getrokken. Juist in coronatijd zal van die mogelijkheid veel gebruik zijn gemaakt. Naast kans op fraude bestaat de kans dat briefstemmen verloren gaan of met grote vertraging aankomen, met als risico dat ze niet meer meegeteld worden. Regels over de geldigheid van briefstemmen en termijnen waarbinnen de stemmen geteld moeten zijn verschillen bovendien per staat. Het resultaat is een lappendeken van regels die gesteggel over de verkiezingsuitslag in de hand kan werken.

Het is een gemeenplaats dat de coronacrisis haar stempel op de Amerikaanse verkiezingen heeft gedrukt. Ook Nederland bereidt zich voor op verkiezingen die anders dan anders zullen verlopen, al hoeven we ons over ‘Amerikaanse toestanden’ gelukkig geen zorgen te maken. Minister Ollongren heeft al een Tijdelijke wet verkiezingen COVID-19 door de Tweede Kamer geloodst, een tweede wetsvoorstel met aanvullende maatregelen zal op korte termijn volgen. In het licht van het recht op vrije en eerlijke verkiezingen, zoals gewaarborgd door bijvoorbeeld artikel 3 Protocol 1 EVRM, zal ik enkele maatregelen nader bespreken.

Alternatieve stemvormen
Ook hier te lande staat plots de briefstem ter discussie.Als het aan de regering ligt, zal iedereen van 70 jaar en ouder bij de komende verkiezingen de mogelijkheid krijgen per brief te stemmen. Van oudsher is die stemvorm slechts voorbehouden aan Nederlanders die in het buitenland verblijven. Van een uitbreiding van die regeling is, vanwege het risico op fraude, steeds afgezien. Denk aan de situatie waarin grote aantallen stembiljetten naar inrichtingen en tehuizen – waar veel briefstemmers zich zullen bevinden – worden gestuurd en deze vervolgens door kwaadwillenden worden onderschept. Ook valt niet uit te sluiten dat personen bij het invullen van het stembiljet onder druk worden gezet. De uitbreiding betekent dus een gevaar voor de stemvrijheid, een risico dat volgens de minister onder deze bijzondere omstandigheden echter genomen moet worden.

Ook de volmachtregeling wordt uitgebreid. Nu geldt dat een kiezer over maximaal twee volmachten mag beschikken; dat aantal wordt voor de komende verkiezingen uitgebreid naar drie. Onder ‘normale’ omstandigheden zou dat een bijzonder slecht idee zijn. Nederland krijgt al jaren kritiek van OSCE-waarnemingsmissies op zijn ruimhartige volmachtregeling. Het ondertekenen van de stempas is al genoeg om deze in een volmacht om te zetten. De eenvoud van de regeling verklaart de populariteit van de volmacht in Nederland: zo’n tien procent van de kiezers stemt per volmacht. Tegelijkertijd verhogen die eenvoud en het gebrek aan toezicht de kans dat volmachten geronseld worden. Dat gevaar wordt dan weer groter als een kiezer over meer volmachten mag beschikken. In het verleden is dan ook overwogen om het maximum aantal volmachten juist terug te brengen van twee naar één. Ook hier staat de stemvrijheid onder druk en wordt de uitbreiding van de regeling gerechtvaardigd met het oog op de bijzondere omstandigheden waaronder de verkiezingen zullen plaatsvinden.

Vervroegd stemmen
Een derde idee van de regering is om de verkiezingen over drie dagen (15, 16 en 17 maart) uit te smeren, om al te grote drukte in de stemlokalen te voorkomen. Hier wreekt zich het feit dat Nederland geen regels kent voor het voeren van verkiezingscampagnes. Ook tijdens de dagen van vervroegd stemmen kunnen campagnes gewoon doorgaan en kunnen opiniepeilingen de stem van de kiezer beïnvloeden. Al is dat onwenselijk, minister Ollongren heeft aangegeven hier geen paal en perk aan te willen stellen, maar in plaats daarvan ‘in gesprek te gaan’ met de media. Mijns inziens zou er veel te zeggen zijn voor een ‘afkoelperiode’: vanaf de dag voorafgaand aan de stemmingen voeren partijen geen campagne meer. Kiezers kunnen dan de standpunten van de partijen laten bezinken en op de dag(en) van de stemming een weloverwogen keuze maken. Overigens lijkt me dat ook los van het vervroegde stemmen het overwegen waard, in een tijd waarin partijen de kiezer via sociale media tot in het stemhokje kunnen bereiken en beïnvloeden.

Wenselijkheid
Het is duidelijk dat de alternatieve stemvormen per definitie risico’s voor de stemvrijheid opleveren. De problemen die zich in de praktijk voordoen zullen naar verwachting wel meevallen – het ronselen van volmachten, bijvoorbeeld, is een hardnekkig maar vooral kleinschalig probleem – maar toch is de vraag of de uitbreidingen wel noodzakelijk zijn. Is het bijvoorbeeld echt nodig om het maximum aantal volmachten te verhogen? Zijn er onder de huidige regeling onvoldoende mensen ‘beschikbaar’ om namens anderen te stemmen? Ook vraag ik me af of de uitbreiding van de volmachtregeling gepaard moet gaan met een uitbreiding van de briefstemregeling: volstaat de (verbrede) volmachtregeling niet? Toegegeven, het zijn lastig te beantwoorden vragen, onder meer wegens het gebrek aan relevant cijfermateriaal en het feit dat het lastig zal zijn dat materiaal te vergaren.

In ieder geval wordt de stemvrijheid het beste gewaarborgd in de anonimiteit van het stemhokje, waar iedere druk van buitenaf op het uitbrengen van de stem ontbreekt. Waar de uitbreiding van de briefstem- en volmachtregeling mijns inziens beperkt moet blijven tot de coronacrisis, is de mogelijkheid van vervroegd stemmen ook onder ‘normale’ omstandigheden te prijzen. Misschien kan zij bijvoorbeeld de populariteit van de internationaal bekritiseerde volmachtregeling doen afnemen. In 2018 zegde de regering om die reden een experimentenwet toe die early voting mogelijk moest maken, maar slechts kort geleden, in juni van dit jaar, zag ze hier toch van af omdat ze geen middelen in de huidige begroting kon vinden om het experiment te bekostigen. Dat de omstandigheden de regering er nu toch toe hebben doen overgaan om early voting te introduceren, is dus misschien wel een geluk bij een ongeluk. Hopelijk zullen positieve ervaringen in maart ervoor zorgen dat ook in de toekomst werk wordt gemaakt van de mogelijkheid om vervroegd te stemmen. De noodzaak om na te denken over campagneregulering tijdens de stemmingsdag(en) wordt daarmee wel groter.

Over de auteurs

Leon Trapman

Leon Trapman is werkzaam als docent en promovendus aan de Radboud Universiteit Nijmegen

Reacties

Andere blogs van Leon Trapman
Volmachten ronselen: nieuwe regels voor een oud probleem
Staatsrechtconferentie 2023
Staatsrechtconferentie #8: De vormgeving van de vrije meningsvorming
Verkiezingen 2023
Verkiezingsblog 2023 #4: Bang voor big tech